Deze oratie gaat over de tijd waarin wij leven en de grote vragen die op ons afkomen.
Hij wordt zowel gevoed door verontrusting als door hoop. De verontrusting komt voort uit de constatering dat de waarden waarop onze wereldsamenleving zich in hoofdzaak oriënteert te klein zijn in verhouding tot de omvang en de complexiteit van de mondiale vragen waar wij voor staan. De hoop komt voort uit de eigentijdse groei van het besef dat wij grotere waarden nodig hebben, waarden die ons helpen om onze wereld te vergroten in plaats van te verkleinen en de complexiteit van de vragen waar wij voor staan aan te gaan in plaats van te verdringen.
Tegen deze achtergrond belicht Harry Kunneman de politieke betekenis van normatieve professionalisering als ‘werkend leerproces’ waarin broodnodige aftakkingen worden verkend op het dominante, neoliberale ontwikkelingspad.