Kinderen leren van het leven zelf. Ook over de dood leren ze in hun eigen leefwereld. Als een kind of jongere autisme heeft of een daaraan verwante stoornis, dan gaat het leren van het leven zelf veel trager. Hun begrip van sociale interactie is beperkt en daardoor is het voor hen nog moeilijker om de dood te begrijpen.
Dit boek is bedoeld om ouders, verzorgers, leerkrachten en andere betrokkenen bij kinderen en jongeren met en zonder autismespectrumstoornissen te helpen en te begeleiden bij een overlijden. Het kind heeft wellicht moeite om de dood te begrijpen maar wij hebben moeite om een kind met autisme te begrijpen. Daarom hebben we vaak veel vragen over autisme en de dood. Voelen kinderen met autisme wel verdriet?, vragen sommigen zich af. Nemen ze alles letterlijk? Hebben ze door wat er aan de hand is? Het boek begint met uitleg over autismespectrumstoornissen. Vervolgens wordt ingegaan op wat dood en rouw bij kinderen met autisme betekent. Hoe informeer je hen en hoe betrek je hen bij de dingen die gebeuren en bij de rituelen?
Voor alle kinderen is de dood een bijzondere ervaring die bijzondere aandacht vergt.
De auteurs staan bekend om hun deskundigheid op het gebied van autisme (Martine Delfos) en omgaan met rouw bij kinderen en jongeren (Riet Fiddelaers-Jaspers).
In deze geheel vernieuwde versie worden de nieuwste inzichten op het gebied van autisme en de nieuwe DSM-5 besproken.