Asja heeft dertien jaar ervaring met meisjes en jonge vrouwen die zijn gebruikt en misbruikt, geïntimideerd en mishandeld door (jonge) mannen die voor het ‘snelle geld’ gaan.
Dertien jaar geleden was het fenomeen van de loverboy of pooierboy nog niet zo bekend als het nu is en ging men er vanuit dat het om een beperkt probleem ging. Inmiddels weten we dat het een omvangrijke problematiek betreft. Zo heeft een kwart van de scholen voor voortgezet onderwijs last van loverboys. Internaten melden dat bij veel van de geplaatste meisjes sprake is van angst voor deze categorie criminelen.
Uit promotie onderzoek blijkt dat dertig procent van de meisjes in de JeugdzorgPlus – gemiddelde leeftijd nog geen zestien – slachtoffer is van gedwongen prostitutie, misbruik en seksuele grensoverschrijdingen. In de krant is te lezen dat loverboys steeds agressiever te werk gaan: ze maken meer gebruik van intimidatie en willen sneller resultaat zien van hun inspanningen. Een ander onderzoek meldt dat de kans op revictimisatie hoog is. Ook nadat de meisjes en jonge vrouwen behandeld zijn, lopen ze een hoog risico om opnieuw misbruikt te worden en in handen van een loverboy of mensenhandelaar te vallen. Bovendien weten hulpverleners niet zo goed hoe ze hernieuwd slachtofferschap tegen kunnen gaan. Asja bood de afgelopen jaren hulp aan een groot aantal slachtoffers van loverboys/pooierboys.
In Wie zijn de meiden van Asja beschrijven we de kennis en ervaring die we in deze periode hebben opgedaan. We staan stil bij vragen als: Wat is de achtergrond van meisjes die slachtoffer worden van een loverboy? Waarom is er zo’n hoog risico op revictimisatie? Welke hulp hebben deze meiden nodig? Kan de huidige jeugdzorg dergelijke complexe problematiek aan? In hoeverre zijn deze meisjes slachtoffer (geworden) van institutionele verwaarlozing?
Het wordt tijd voor een ethische discussie in de (jeugd)zorg: een kritische bezinning over wat te doen en het achterliggende gedachtegoed daarbij.