Het succes waarmee wij ons in een democratische rechtsstaat hebben kunnen bevrijden van autoritaire stelsels en dogmatisme zal tegen ons werken wanneer we zelf geen verantwoorde invulling geven aan levenswijze en levenszin. We slaan gemakkelijk door in egoïsme, onverschilligheid, overproductie en vervreemding. De teleurstelling is groot over onze omgang met Moeder Aarde, de multiculturele problematiek, toenemende sociale ongelijkheid door zelfverrijking en de afbraak van de zorgcultuur. De oorzaken van psychisch lijden komen veelal voort uit het schenden van waarden. Wij doen dit anderen aan of anderen ons. Leegte, doelloosheid en eenzaamheid zijn het gevolg. Avontuur, winstbejag, drugs, succes en sensatie moeten ons tevergeefs uit het slop halen.
Vernieuwing is gewenst. Kennis over goed leven is cognitief makkelijker te verspreiden en te toetsen dan eigen attituden te onderzoeken en zo nodig gedrag zelf te wijzigen. Van toename aan zelfkennis en bewustwording van ons onvermogen is meer te verwachten. Aandacht voor psychologische en morele ontwikkeling verheldert het ontstaan van voortreffelijke persoonseigenschappen in het proces van bildung.
In dit sociaalfilosofisch werk over levenskunst (ars vitae) veel aandacht voor klassieke wijsheden, een betere verhouding tussen het cognitieve en het emotieve, psychologische experimenten, modern geluksonderzoek en een breed scala aan intrapsychische en psychosociale vaardigheden die het welzijn en de weerbaarheid tegen misstanden vergroten.
Jacques Soonius kijkt in Taal der waarden terug op zijn ervaring als psycholoog (polikliniek van het psychiatrisch ziekenhuis Endegeest) en docent/trainer van studenten en professionals (o.a. LUMC en Inholland).
Tot mijn vreugde haalt Soonius ook het morele ontwikkelingsmodel van Kohlberg van stal: wie kent
dit nog? Gelukkig bespreekt hij ook de kritiek op dit model en voegt hij het begrip ‘sociaal
integratieve integratie’ (‘niet alleen dingen goed doen maar liever het goede’) toe met een zijstapje
naar Erik Erikson’s ontwikkelingstheorie. Dat maakt het boek interessant voor hulpverleners en in
hoofdstuk 4 gaat het dan ook over opvoeding en ontwikkeling met concrete vragen (p.142). Het zijn er wel veel en de menselijke tekorten geeft hij terecht aan ontstaan vaak uit pijn uit het verleden (negatieve jeugdervaringen van hulpverleners en cliënten).
- Uit een recensie van prof. dr. Peer van der Helm