Gratis verzending

Partnerschap en vertrouwen: themanummer Pedagogiek in Praktijk

[ PIP-136 ]

| 60 pagina's | Paperback | 1ste druk | 20 juni

Omschrijving

Dit nummer gaat over partnerschap en vertrouwen. Waarom? Omdat we soms lijken te vergeten dat het de enige weg is naar groei waarvan iedereen kan genieten. We kunnen alleen vanuit partnerschap en vertrouwen een antwoord vinden op grote vraagstukken over klimaatverandering, oorlog, armoede, kortom: bestaanszekerheid. We zullen het samen moeten doen. Maar waar hebben we het eigenlijk over als het over partnerschap en vertrouwen gaat? Wie is er aan zet in het geven, winnen of krijgen van vertrouwen? Kun je actief met partnerschap en vertrouwen aan de slag? En: hoe kunnen we hiermee een voorbeeld zijn zodat toekomstige generaties niet tegen maar met elkaar werken? In deze PiP proberen Maartje van Dijken en ik samen met kinderen, ouders, onderzoekers, pedagogisch professionals, hoogleraren en beleidsmakers een antwoord te vinden op deze vragen

 

Als ik bij mezelf naga waar ik het meest van gegroeid ben dan is dat vertrouwen. Ik zie mijn ouders nog bemoedigend naar mij kijken. Zoals anderen dat ook deden en doen. Het is het grootste geschenk dat ik gekregen heb en vermoe delijk het grootste dat ik te geven heb. Op dagen dat ik veel vertrouwen ervaar, lukt het me beter te luisteren. Als ik vertrouwen geef realiseren kinderen, hun ouders en mijn collega’s zich dat ze vaak zelf de antwoorden op hun vragen weten. Vertrouwen werkt aanstekelijk: als ik het zelf heb, lukt het me jou te vertrouwen, kun jij het krijgen, kunnen we het samen hebben, kunnen onze kinderen, onze buren en de mensen buiten onze bubbel het ervaren. Als we durven contact te maken. Als we in eerste instantie als mens, als ook ooit een kind, als professional naast elkaar durven te staan. Niet omdat we hetzelfde zijn, maar samen vollediger.

De jongerenwerkers van Triple Threat zeggen dat partner schap met jongeren om eerlijkheid en authenticiteit vraagt. Het gaat er volgens hen niet om dat je in de begeleiding van jongeren het beste voorbeeld geeft maar wel het echte voorbeeld. Monique Kremer pleit voor persoonlijk contact tussen overheid en burgers. Juist de mensen die gebaat zijn bij vertrouwen in de overheid, genieten weinig vertrou wen van diezelfde overheid. En juist nu er sprake is van een vertrouwenscrisis moet je volgens Kremer sociaal professi onals als gezicht van de overheid in staat stellen het vertrouwen van burgers te herwinnen. Dat is misschien wel weg van 'wat mag, wat moet en wat hadden we ookalweer afgesproken?', zoals Ottenheym en Haaijer beschrijven. In hun artikel over partnerschap in een pedagogisch ecosys teem roepen ze ons op voortdurend bewust te zijn van onze interacties omdat ze van invloed zijn op elkaar en daarmee op het kind. ‘Ons samenspel doet ertoe.’

Stroetinga en Koopman onderzoeken welke houdingsas pecten van leerkrachten bevorderlijk zijn voor de samen werking met ouders. Ze tonen aan dat vertrouwen een kwestie van kiezen is. De beelden die over ouders bestaan terzijde schuiven door te kiezen voor ‘een warm, waarde rend contact van mens tot mens’ vanuit de overtuiging dat je ouders nodig hebt om je leerlingen beter te begrijpen. Distelbrink en Pels laten in hun onderzoek vaders aan het woord die vanuit de samenleving vaak weinig vertrouwen in hun opvoedersrol ervaren terwijl ze die steun juist kunnen gebruiken. Ze roepen pedagogisch professionals op zich te verplaatsen in de schoenen van vaders. Ook zij lijken te zeggen: voor partnerschap moet je de ander eerst wíllen begrijpen om ’m te kúnnen begrijpen.

Dat partnerschap ook gewoon plezier oplevert omdat je samen tot creatieve oplossingen komt voor zorgen en vragen in de opvoeding, blijkt uit het artikel van Speelman, Bruinsma, Pais-Leeflang en Speetjens. Zij laten zien wat een samenwerking tussen beleidsmakers, ouders, onderzoe kers en sociaal professionals kan betekenen voor het toe gankelijk maken van de pedagogische basis. Brouwers beschrijft wat ze van haar grote inspirator Korczak heeft geleerd over vertrouwen als basis van de opvoeding. Als we geen vertrouwen hebben in kinderen, groeien ze op tot incompetente angstige volwassenen. Met een gebrek aan vertrouwen staan we het welbevinden van kinderen in de weg, waarschuwt ze. En dat kinderen van vertrouwen en partnerschap groeien, bewijzen Marten Bergwerff en Jorie Wieriks ook weer in deze PiP. De geïnterviewde kinderen vertellen zelf hoe ze verlangen naar en tegelijkertijd worste len met vertrouwen. Ze voelen dat zelfvertrouwen leidt tot een leuker leven met vrienden om je heen. En dat willen ze. Ze willen groeien, of ze nu veel of weinig vertrouwen hebben in de toekomst. Zij weten dat ze het samen moeten doen.

Redactielid Daphne Clement. 

 

OOK DIGITAAL BESCHIKBAAR VIA  PEDAGOGIEKDIGITAAL

Meld je aan voor de Linkedin-groep Pedagogiek

Nooit iets missen en een exemplaar steeds in je bus? Abonneren kan op deze pagina

 

Nieuwsbrief

Nieuwsbrief Pedagogiek in Praktijk