Gratis verzending vanaf €20

Drie redenen waarom psycholoog Soonius (1951) 'Taal der Waarden' schreef, over barbarij en bildung


Drie redenen waarom psycholoog Soonius (1951) 'Taal der Waarden' schreef, over barbarij en bildung

Verslag van een boekpresentatie in de voormalige strafgevangenis de Koepel in Haarlem, 18 maart 2022. De stad waar Dirck Volkertsz Coornhert - een veelzijdige Nederlandse kunstenaar, geleerde, theoloog, musicus en publicist van vele geschriften - woonde en werkte. In Haarlem schreef hij onder andere ‘Boeventucht’ (1587), met aandacht voor verbetering leefomstandigheden en reclassering, en ‘Zedenkunst, dat is wellevenskunste’ (1586). Over dat laatste gaat ook Taal der waarden.

Waarom een nieuw boek op de markt, terwijl liefde het belangrijkste in het leven is (Maarten Luther)? Dat heeft drie redenen.

 

Klik hier om direct Taal der Waarden te bestellen! 


1) Tussen psychologie en filosofie is een te grote kloof ontstaan. Voorheen waren beide studies niet gescheiden. Psychologie profileert zich heden als wetenschap gebaseerd op empirisch onderzoek en wil niets meer hebben met metafysica, speculaties en religie. Anderzijds beschouwt filosofie psychologie als pseudowetenschap. Geneeskunde zou ook niet veel meer zijn dan toegepaste wetenschap. De band tussen beide is erg slecht. Om ethiek als belangrijk onderdeel van filosofie te bedrijven kan men echter niet om psychologische inzichten heen zoals liefde, empathie, goed communicatief vermogen, impulscontrole, probleemoplossend vermogen, proactiviteit, goede rouwverwerking, verdragen van pijn, realistisch, positief, rationeel denken en zo meer om a) de waarden te begrijpen en b) de waarden in eigen gedrag te implementeren. Ethisch leven wordt een mission impossible wanneer teveel menselijke tekorten hun invloed laten gelden. Alleen al door slechte communicatie kunnen alle waarden worden geschonden: men vult gedachten en gevoelens in voor de ander, geeft de ander geen ruimte, er wordt niet geluisterd, kritiek is niet opbouwend, er wordt onterecht in de ‘wij’ vorm gesproken, er is geen respect, men blijft niet rustig bij een meningsverschil, er mag over bepaalde zaken niet gesproken worden enzovoort. Toen na het bijwonen van de eenakter over de denkbeeldige ontmoeting van Descartes (rede) en Pascal (emotie) de aartsbisschop Simonis mij vrij uitdagend de vraag stelde wie er gewonnen had, antwoordde ik ‘In een machtsvrije discussie staat vooraf niemands gelijk vast, wel het zoeken naar het goede of het meest juiste’ (Habermas), hetgeen gevolgd werd door een vriendelijk en onderhoudend contact waarbij persoonlijke en pittige vragen werden gesteld. Onder die omstandigheid kunnen in alle openheid, vrijheid en oprechtheid meningen en standpunten in complexe zaken optimaal uitgewisseld worden. De verwevenheid tussen ethiek en psychosociale vaardigheden is veel sterker dan momenteel wordt gedacht en vraagt dus weer om meer verbinding tussen beide disciplines. 

2) De verhouding rede en emotie is in onze cultuur totaal scheef. Sinds het Stoïcisme hebben emoties een slechte naam en worden als oorzaak gezien van allerlei uitspattingen. De oude Grieken waren  trots over de rede die de domme emoties heeft weten te temmen, en in de Verlichting werd die houding, met name door Descartes en Kant, voortgezet. Emoties zijn niet meer dan aandoeningen van het gemoed, lichamelijke ongemakken of zinloze impulsen die de rationaliteit en het zicht op de werkelijkheid ondermijnen. Door de Verlichting heeft het wetenschappelijk denken een enorme boost gekregen doch dit heeft ook haar keerzijde. Je hoort juristen zeggen, ‘kom je voor je recht of voor je gevoel?’, alsof het twee totaal verschillende eenheden zijn. Of een medisch specialist die voor een commissie beweert, ‘Ik houd me niet bezig met emoties, maar met wetenschap’. Hoe geleerd ook, ‘een mens is niet intelligent genoeg om zijn eigen domheid te begrijpen’ (Erasmus). Rond het begin van de vorige eeuw vond men dat vrouwen niet geschikt waren voor het ambt van rechter omdat zij te ‘emotioneel’ zouden zijn. Zo wordt het emotionele leven verketterd. In het huidig onderwijs gaat het al louter om cognitie en weetjes. Makkelijk om te toetsen, dat wel, maar ervaringen en emoties doen er niet toe. 

Het Christendom heeft bij aanvang van de jaartelling naastenliefde wijd verspreid. De Romantiek heeft rond 1800 tegengas gegeven aan het cognitieve van de Verlichting, onder andere Rousseau en Goethe, door te wijzen op het belang van het emotieve, zoals volg je eigen natuur, laat het hart spreken, en met thema’s zoals Weltschmerz en Sturm und Drang. Met de verschijning in 1900 van de psychotherapeutische stromingen zoals psychoanalyse (Freud), humanistische psychologie (Maslow, Rogers), rouwverwerking (Kübler-Ross en afgelopen decennia internationaal geluksonderzoek, zeg maar de eeuw van de emoties, wint de aandacht voor het emotionele leven eindelijk terrein op de alles overheersende cognitie. Het beeld dat de rede de emoties moet temmen wordt gecomplementeerd met de visie dat de rede ook door de emoties kan worden gemend. Emoties geven betekenis en diepgang aan het leven. De mens is in mijn optiek een hybride wezen met twee energiebronnen, de rede (animus) en de emotie (anima), die onafscheidelijk op elkaar inspelen en als zodanig ons doen bewegen en richting geven aan het leven. Zonder emoties zijn we doelloze objecten die niet meer weten wat we willen of wensen. Modern hersenneurologisch onderzoek bevestigt deze affectieve-cognitieve parallelliteitshypothese waarbij in theorie de twee bewustzijnsinhouden wel zijn te onderscheiden maar niet bij menselijke zaken van elkaar zijn te scheiden. Bij complexe besluiten zijn gebieden actief in de neocortex en de subcorticale delen, waarbij emotionele stempels ‘prettig’ of ‘onprettig’ het denkproces aanhoudend beïnvloeden. De aloude opvatting dat emoties het logisch redeneren en het zicht op de realiteit alleen maar verstoren klopt gewoon niet en mag als achterhaalt worden beschouwd. Mensen kunnen fouten maken omdat zij bepaalde gevoelens niet kennen en of onjuiste denkbeelden hebben.

3) De huidige opvatting in de psychologie dat men de top van morele ontwikkeling kan behalen op zestienjarige leeftijd klopt van geen kant. Kohlberg heeft met zijn moreel psychologisch onderzoek aangetoond dat in de adolescentie ongeveer 25 % van de jongeren zich volledig bewust is van het belang van de waarden die invulling geven aan goed leven. Een geweldig inzicht op die leeftijd die hartstochtelijke en strijdbare vechters tegen onrecht kunnen voortbrengen. Of zij alle morele waarden op die leeftijd werkelijk in eigen gedrag en sociaal functioneren kunnen uitdragen, zoals onder de punten 1 en 2 genoemd, is zo goed als zeker onmogelijk. Dat vraagt immers om vele intrapsychische en psychosociale competenties. Ook het weerbaar zijn of worden voor wantoestanden wanneer waarden hevig worden geschonden en morele verzetshelden niet zelden hard worden aangepakt. Om al de emotionele, morele, cognitieve en conatieve vaardigheden eigen te maken die bijdragen aan zelfvervolmaking en humanere samenleving, dat vraagt levenskunst (ars vitae) waarmee men heel zijn leven bezig kan zijn. 

Voor wie zich afvraagt wat goed en gelukkig leven inhoudt heeft het dit jaar verschenen boek Taal der waarden met oude en moderne inzichten de lezer veel te bieden. 

Over de auteur 
Jacques Soonius is psycholoog en auteur van verschillende boeken waaronder:

  • Communicatie in de gezondheidszorg (3e druk);
  • Psychologie in hoofdlijnen, met de verkoop van 12.000 exemplaren een bestseller in de branche.

Klik hier om Taal der waarden te bestellen! 

 

 

28-03-2022