De praktijk van de opvoeding is zo complex dat we uiteindelijk allemaal op zijn tijd onze toevlucht nemen tot reeds lang versleten dooddoeners om ons uit al te netelige situaties te redden. Dat het bij die gemeenplaatsen louter om loze uitdrukkingen zou gaan, die ons onvermogen als opvoeder moeten toedekken, is echter een vergissing. Als we nauwkeuriger kijken zien we dat er achter menige pedagogische platitude een dieper inzicht in het verschijnsel opvoeding schuil gaat.
In deze bundel zijn aansprekende commentaren op 52 opvoedingswijsheden, die in Nederlandse spreekwoorden en gezegden liggen opgeslagen, samengebracht. Aan de collecties uit Dat komt vanzelf wel goed (2004) en Kleine potjes hebben grote oren (2008) zijn acht nieuwe 'stoplappen' toegevoegd. Bas Levering publiceerde de hele serie eerder in Pedagogiek in Praktijk Magazine.
Gezegdes die o.m. behandeld worden:
‘Twee kijven, twee schuld’ ‘Dan moet jij de wijste zijn’ ‘Het zijn nog maar kinderen’ ‘Als je je ouders slaat, groeien je handen boven je graf' 'Er geen kind aan hebben’ 'Jong begonnen is half gewonnen’ ‘Een kinderhand is gauw gevuld’ ‘Kind noch kraai bezitten’ 'Daar word je hard van' 'Omdat ik je vader ben' 'Wijsheid komt met de jaren' 'Eerlijk duurt het langst' 'Wie met pek omgaat, wordt ermee besmet' 'Wie een steelt, is altijd een dief' 'Dat is een koningswens' 'Gekrulde haren, gekrulde zinnen' 'Met de mantel der liefde bedekken' 'Voor spek en bonen' 'Zondagskind' 'Als de kat van huis is dansen de muizen in het voorhuis' 'Kinderen die vragen worden overgeslagen' 'Kleine potjes hebben grote oren' 'Zo zijn onze manieren' 'Je moet de kat niet op het spek binden' 'Strenge heren regeren niet lang' 'Je moet de vuile was niet buitenhangen' 'Goed van de tongriem gesneden zijn' 'Goed de wind eronder hebben' 'Wie A zegt, moet ook B zeggen' 'Kleine kinderen kleine zorgen, grote kinderen grote zorgen' en vele anderen......