Gratis verzending vanaf €20

Een stap verder in professionele zeggenschap (in de zorg)


Een stap verder in professionele zeggenschap (in de zorg)

Op 1 november is in de Eerste Kamer de wet 'zeggenschap in de zorg' aangenomen (formeel past de wet artikel 3 van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) aan. De wet is gericht op het borgen van meer professionele zeggenschap van zorgprofessionals waaronder verpleegkundigen, verzorgenden en verpleegkundig specialisten. De wet is daarbij niet bepalend voor de inrichting van zeggenschap.

Het is aan zorgprofessionals om in hun zorgorganisatie afspraken te maken met het bestuur hoe professionele zeggenschap moet worden ingeregeld. Voor een aantal zorgorganisaties betekent dit een andere besluitvormingscultuur. Zorgorganisaties kunnen zelf kiezen welke organisatievorm het beste bij de context van de zorginstelling past. Zo kan gekozen worden voor bijvoorbeeld een Verpleegkundige Advies Raad (VAR), of een Chief Nursing Officer (CNO).

Multidisciplinair karakter

De nieuwe Governancecode Zorg 2022 stimuleert zeggenschap. Ook die code is echter een richtinggevend document met een zelfregulerend karakter. Niet overal blijkt dat professionele zeggenschap bij met name verpleegkundigen en verzorgenden juist en effectief wordt ingevuld. Hoewel de focus op verpleegkundigen ligt, omvat de wet alle zorgprofessionals. Afhankelijk van de context bestaat multidisciplinair werken uit verschillende professionele domeinen: verzorgenden, verpleegkundigen, artsen, fysiotherapeuten etc. Het gaat er om dat de verschillende type zorgprofessionals een gelijkwaardige positie hebben binnen deze multidisciplinaire teams. Juist bij goede samenwerking hoort ook dat de professionele blik van alle typen zorgprofessionals.

Vanuit het begrip ‘goede zorg’ hebben zorgverleners invloed op het primaire proces van zorgverlening en zorginhoudelijk beleid. De invloed van zorgprofessionals wordt vorm gegeven op alle niveaus van de organisatie: gaat zowel om besluiten van de Raad van Bestuur als besluiten die op de werkvloer worden genomen.

Vormen van management

Bij de vaak gebruikte driedeling strategisch, tactisch en operationeel management gaat strategisch management als het bepalen van lange termijn doelen en het vormen van meerjarig beleid om die doelen te bereiken. Bij het tactisch management draait het om het realiseren van die doelstellingen op de korte en middellange termijn. Tot slot draait het operationeel management over sturing op de dagelijks werkzaamheden. De wet bepaalt dat zorgprofessionals op alle drie de niveaus invloed te kunnen uitoefenen. Dit gaat om professionele autonomie bij de directe manager en het formuleren en realiseren van de doelstellingen op de korte, midden en lange termijn. Juist bij al deze beslissingen moeten
zorgverleners kunnen meedenken.

Werken met open normen

Er ligt geen wettelijk vastgelegde normering aan ten grondslag. Door het hanteren van een open norm krijgen zorgorganisaties de ruimte om de invloed van zorgverleners in de eigen context vorm te geven. Bij de beweging naar meer invloed van zorgverleners op het zorginhoudelijke beleid en het primaire proces hoort overigens niet alleen dat zorgorganisaties de ruimte geven aan de zorgprofessionals om invloed uit te oefenen, maar ook dat zorgprofessionals de ruimte krijgen om vaardigheden ontwikkelen om effectief advies te geven. Dit bepaalt bijvoorbeeld mede de invloed op het strategisch beleid.

Zowel de Inspectie Gezondheidszorg (IGJ) als de Raad van Toezicht bewaken de handhaving. De IGJ moet op grond van het jaarlijkse gesprek met zorgbestuurders kwalitatief toetsen of zorgverleners inderdaad invloed en zeggenschap hebben.

Uitgangspunt van de wet is dat de verschillende contexten van zorgorganisaties vragen om verschillende vormen van het organiseren van zeggenschap.

Enkele boeken waarvan Harry Woldendorp auteur of mede-auteur is


03-11-2022